Naar El Salvador.
Vandaag, zaterdag 28 december moeten we in San Salvador zijn. We hebben gisterenavond in ‘Caffé Mediteraneo’ carpacio van atun ( tonijn ) nadien camarones en als toetje panna cota verorberd begeleid door een goede fles Verdichio en geblust met San Pelegrino. We zijn nu bij onze tent aan het ontbijten. Het is 8 uur en de zon is bezig onze tent te drogen. Alhoewel we geen regen hebben gehad staat het dak van de tent vol dikke druppels, dauw en die moet dus droog zijn vooraleer we vertrekken.
Met de ervaring van de chaos in Guatemala city in het hoofd zien we er wat tegen op om de weg door de hoofdstad te volgen. Maar die lijkt mij de snelste. Het is trouwens zaterdag en ik hoop dat het verkeer zal meevallen
Dat is ook zo, we rijden door de stad op de snelweg die de stad doorkruist. De stad laat haar nu gans anders zien. We rijden voorbij moderne shopping malls, warenhuizen, villa wijken – weliswaar achter hoge muren met prikkeldraad – en vele sportfietsers die de grote klim bij het uitrijden van de stad op hun palmares willen schrijven. Eens buiten de stad, dat is al meer dan 20 km verder, krijgen we weer de vele vuurbergen te zien.
Wij zijn terug op de CA1 en die is hier nieuw aangelegd en heeft twee rijstroeken in elke richting en een middenberm. Kilometers langs dalen we, en worden we regelmatig aangemaand de motorrem te gebruiken. Plots worden de twee rijvakken door rode kegels herleid tot een. Een militaire patrouille probeert de situatie te controleren…Maar het is enkel om de (te) snel rijdende Guatemalteken tot voorzichtigheid aan te manen. Een omvergereden koe wat verder langs de weg is de maaltijd van een bende hongerige gieren.
De grens met El Salvador
In de laatste stad voor de grens willen we onze laatste Quetzals verbruiken. We kopen nog wat proviand eten een kleinigheid en tanken. De benzine is hier 3 Quetzals per gallon duurder dan 50 km eerder. Maar tot onze verbazing krijgen we bij de tankbeurt een gratis wasbeurt voor de FJ!
Het is rond 14 uur, de weg stijgt en wordt smaller. Dat komt omdat rechts van de rijweg mannen druk bezig met het herstellen van motoren van bussen. |
|
Wat verder wordt de helft van de baan ingenomen door een reeks dwars geparkeerde kleine busjes en daartussen wriemelt het van vrouwen met koopwaar op het hoofd en nog wat verder zien we een betonnen wegoverspanning. Ja, dat moet de grensovergang zijn! Vooraleer ik de FJ stop lopen mannen en vrouwen mee om mij hun diensten te verkopen. Assistentie bij het papierwerk en geld wisselen. Ik kies voor een kleine dame en die slaagt erin om ons in een goed uur in plaats van de gebruikelijke twee uur of meer, door de grensinstanties te loodsen. |
Wij rijden nu in El Salvador en anders dan bij het binnenkomen van Guatemala is de weg hier van prima kwaliteit. De kanten van de weg zien er netjes uit en op vele palen en bomen zijn arbeiders bezig de kleuren van El Salvador te schilderen. De toerist is hier blijkbaar welkom.
We rijden nu door een gebied dat bekend staat om de weelderige bloemengroei en dat merken we. Alhoewel in de 19de eeuw veel werd ontbost zijn hier en daar nog eeuwenoude bomen te zien langs de rand van de weg. De verkeerdeelnemers gedragen zich niet anders dan in Guatemala alleen zijn de pick-ups en de bussen ouder en gammeler.
|
San Salvador.
We naderen San Salvador en het verkeer wordt steeds drukker. Regelmatig worden we toegewuifd door de chauffeurs in voorbijrijdende auto’s. Amerikanen zijn dus welkom hier.
Of toch niet? We worden aan de kant gezet door een van de vele politiecontroles. De papieren schijnen in orde en we mogen verder. We volgen de sporadische borden met “Centro” en hopen daar ook aan te komen. Ondertussen worden we ingehaald door busjes waarvan de uitlaat voor de helft werd weggenomen en die een enorm lawaai produceren. De chauffeurs rijden als gekken en de passagiers riskeren elk ogenblik hun leven. Daar in het historische centrum willen we een hotel betrekken. |
|
We zitten vast tussen bussen en nog meer bussen. Bussen van alle formaten, oude en nog oudere en kleinere Koreaanse busjes minder oud. De grote bussen zijn meestal aftandse Amerikaanse schoolbussen. Alle bussen hebben een paar dingen gemeen. Ze stoten een enorme zwarte walm uit, ze zijn zeer lawaaierig, zijn verlicht als een kerstboom en hun chauffeurs willen allemaal de eerste zijn ook als we in drie files naast mekaar staan. Dat resulteert in chaotische toestanden met bussen die steeds van rijvak wisselen en luid toeterend hun voorrecht willen opeisen. |
We zitten ook vast omdat de helft van de rijweg is ingenomen door kraampjes. Het is hier markt en tussen de stilstaande bussen en onze FJ wringen de mensen zich een weg. Wij zijn buiten taxi’s een van de weinige wagens tussen al die bussen.
Het hotel vinden in deze situatie houden we voor bekeken. Wij zijn nu in het centrum aan de kathedraal en alle straten in de wijde omgeving zijn gevuld met marktkramers en kopers.
Uit onze gids vinden we even buiten het centrum op Av Rooseveldt een hotel waar de FJ veilig in de garage kan staan en hier willen we de volgende twee nachten slapen. |
|
De stad bezoeken we met de taxi van het hotel, want zelfs taxi’s zijn niet veilig voor vreemdelingen. We hebben weinig geld bij en het fototoestel is een ouder exemplaar voor het geval we het zouden kwijtspelen om een of andere reden.Veel is er niet te ontdekken buiten de kathedraal van Romero. Het hele stadscentrum is een grote markt en door bepaalde straten lopen wordt ons afgeraden. Politie is er nochtans overal zichtbaar, maar we blijven netjes in het centrum en wagen ons naar een steeg tussen de overdekte kramen. |
Midden in het centrum een hele drukte: lawaai, kraampjes, druk verkeer... |
In de straten ligt afval van de markten, de voetpaden zijn meestal bezet door kramen en je moet ook oppassen voor gapende gaten want hier en daar ontbreken rioolputdeksels of is de bedekking stuk! |
El Salvador feiten.
Het land kom pas uit een jarenlange burgeroorlog die zijn oorsprong had nadat in 1979 een militaire coup had plaats gevonden. De burger-militaire junta kon haar beloftes van hervorming niet waarmaken en de oppositie kwam in opstand. |
|
Ganse dorpen werden tussen 1979 en 1984 uitgemoord door militairen, mannen vrouwen en kinderen. Men schat dat meer dan 40.000 burgers het leven verloren in 1989 waren dat er al 70.000. Maar ook werden soms kinderen meegenomen door militairen om verkocht te worden als adoptiekinderen in de USA en Europa. Aartsbisschop Romero was een van de slachtoffers van de burgeroorlog. Al dat geweld eindigde in 1993 na vredesonderhandelingen. |
In 2001 werd het land geteisterd door een reeks hevige en vernietigende aardbevingen gevolgd door droogte in de zomer. Dit was voldoende om de oude veten weer op te wakkeren. De moeilijke relatie met Noorderbuur Honduras werd geaccentueerd toen die laatste twee diplomaten uitwees.
In 2005 was er de erupties van de vulkaan St Anna gevolgd door de vernietigende modderstromen en grondverschuivingen veroorzaakt door de orkaan Stan. 75.000 moesten toen onderkomen vinden in tijdelijke schuilplaatsen.
Toch bleek de bevolking veerkrachtig genoeg en waren er tekenen van economische vooruitgang. In 2006 werd een overeenkomst getroffen met Honduras over een nieuwe grenslijn en zou het einde moeten beteken van een conflict dat in 1969 heeft geleid tot een oorlog tussen die twee landen.
Landschap van vulkanen.
29 december 9 uur. We worden vriendelijk uitgewuifd door de mensen aan de ingang van ons hotel, aan wie we hebben gevraagd hoe we uit de stad kunnen geraken richting Honduras. Dank zij de aanwijzingen lukt ons
dat. Zonder veel problemen rijden we nu terug op de Pan American naar de grens met Honduras.
W
e geraken niet uitgekeken op de landschappen die we te zien krijgen. De ene vulkaan na de andere rijden we voorbij geen plek in de wereld kan er zo uitzien als deze. Het is soms wat beangstigend als we denken aan het potentiële geweld dat hier onder de aardkorst zit. Als we hier maar niet weer een aardbeving meemaken!
De CA1, hier een gewone tweebaansweg is in goede staat en we zijn allang vertrouwd met het onvoorspelbaar gedrag van de pick-up en andere chauffeurs. Ik kom tot de vaststelling dat we eigenlijk na 13.000 km Latijns Amerikaanse straatfurie er tot nog toe zonder schrammen zijn vanaf gekomen. We zullen dit liefst zo houden.
|
We reden in El Salvador 380 km |
|
|
Voor de vertaalde pagina's: De kleine foto's kunnen alleen vergroot bekeken worden vanuit de oorsronkelijke pagina. |